Hand in hand voor kansen op vorming
Mensen worden niet geboren maar gevormd, aldus Erasmus. Als je dus voor een dubbeltje geboren wordt kun je wel degelijk een kwartje worden. En ook dat je menswording vooral bepaald wordt door de invloeden van iedereen in jouw omgeving. Die vorming gaat over alles wat je voluit tot mens maakt: qua zelfbeeld, sociaal, burgerschap, kennis, taal, rekenen, artistiek, sportief, professioneel, hulpvaardig, omgaan met teleurstellingen, samenwerken, discipline, hoffelijkheid, inlevingsvermogen, ‘eerbied voor grijze haren’, respect voor de natuur en deugdzaamheid. Kortom, alles wat we onze kinderen toewensen en waarmee we ze toe willen rusten. Zodat ze uit kunnen groeien tot mensen aan wie de toekomst van de wijken, de stad, het land en de planeet met een gerust hart kunnen toevertrouwen. En waarbij ze ook als persoon tot hun bestemming mogen komen. Want het is zoals Erasmus stelt: ‘de belangrijkste voorwaarde voor geluk is dat je wilt worden wat je bent’.
Die vorming wordt veel Rotterdamse kinderen onthouden. Dat is omdat hun ouders in een permanente bestaansonzekerheid verkeren, slecht behuisd zijn en worden gediscrimineerd, wat funest is voor het zelfbeeld en de ontwikkeling van de jeugd. Verder omdat er een ernstig gebrek is aan vormende vrijetijdsbesteding in sport, cultuur en natuur. Ook omdat wijken als los zand aan elkaar hangen zodat jongeren gemakkelijk tussen de wal en het schip terechtkomen en criminaliteit gedijt. En omdat de jeugd het moet hebben van scholen waar burn-out en een groeiend lerarentekort domineren. Want de scholen worden eenzijdig verantwoordelijk worden gehouden voor de schoolprestaties van de jeugd en dat is zeer onterecht. Is dit alles geen regelrechte schande voor de stad waar Erasmus, de grootste zoon van Rotterdam, geboren is en zijn eerste 1000 dagen heeft doorgebracht? En die ons zo rijk voorzien heeft van inspiratie en wijsheid voor de praktijk van opvoeding en vorming?
Dit tekort aan kansen op vorming is trouwens niet voorbehouden aan kinderen in aandachtswijken. Want neem de wijk Kralingen, waar sprake is van een tsunami van studenten die zoveel overlast veroorzaken dat de oorspronkelijke bevolking wegtrekt. Met recht een schoolvoorbeeld van gettovorming die ook reden is tot zorg over het moreel kompas van onze toekomstige leiders. Hier slaat Erasmus de spijker op de kop als hij stelt dat ‘kennis oneindig veel voordelen biedt, maar meer kwaad dan goed doet als die niet ten dienste wordt gesteld aan deugdzaamheid’. Wie opgroeit met het idee dat ‘succes een keuze’ is en Nederland een ‘onwijs gaaf’ land wordt opgezadeld met een verwrongen wereldbeeld.
Het Rotterdamse jeugdbeleid maakt het eerder erger dan beter. Want dat is niet gebaseerd op liefde voor de Rotterdamse jeugd en op een authentiek verlangen die in alle opzichten uit de verf te laten komen. Maar om ‘hoger op de goede lijstjes’ te komen, een krachtpatserig imago van ‘opgestroopte mouwen’ te cultiveren en zich in talkshows op de borst te kloppen. De bestuurders en ambtenaren geloven heilig in de mythe van ‘onderwijs emancipatiemotor’ (1) waardoor leraren dweilen waar de beleidsmakers de kraan openlaten van armoede, slechte behuizing, discriminatie, een ernstig tekort aan vormende vrijetijdsbesteding en segregerende wijken. Verder zwelgen deze wereldvreemde technocraten nog steeds in het oubollige en contraproductieve new public management met zijn ‘targets’, ‘prestatie-indicatoren’ en ‘scherpe afspraken’ die de intrinsieke motivatie van de praktijkpedagogen ernstig ondermijnen en de uitoefening van hun vak onnodig stroef maken. Ze stoppen belastinggeld toe aan organisaties die niet leveren en onthouden dat aan organisaties bij wie dat wel het geval is (2). Is Rotterdam al een arme stad, de echte armoede zit ‘m in het beleidsdenken van deze potentaatjes van Pyongyang aan de Maas. Die ook krokodillentranen plengen over het gapende lerarentekort, de toenemende jeugdproblematiek en de lage opkomst bij de verkiezingen, maar niet willen beseffen dat dit goeddeels hun eigen schuld is.
Wat dan wel? Dat is het volgende.
- Bestaanszekerheid door een toereikende en stabiele financiële positie. Zodat ouders de gemoedsrust en de tijd hebben die de basis vormt voor een goede opvoeding. En meer ruimte hebben om te werken aan hun eigen vorming door maatschappelijke participatie en scholing.
- Betaalbare woningen die ruimte bieden voor spel, hobby’s, huiswerk, studie en een ongestoorde nachtrust. Kortom een thuis.
- Wijken waarin het wemelt van de goede mensen van de dagelijkse praktijk die elk vanuit hun eigen metier hun beste beentje voorzetten. Eerst en vooral de ouders. En verder iedereen die zich inzet voor ‘vorming buitenshuis’: in de geboortezorg, de kinderopvang, het onderwijs, de sport, de cultuur, de natuur, jongerenwerk, jeugdhulpverlening, wijkpolitie en in de (leer)bedrijven. Vrijwillig en beroepsmatig.
- Villages to raise a child, waarin iedereen de vorming van de jeugd als een gezamenlijke opdracht ziet. In een vriendelijke wijkgemeenschap waarin elk kind zich geliefd weet om wie die is en wordt uitgedaagd op wat die kan. 24 uur per dag, 7 dagen in de week en alle weken van het jaar.
Ouders, vrijwilligers en professionals, het zijn de mensen van de dagelijkse praktijk die het verschil maken voor de jeugd. Deze Onmisbaren verdienen dan ook een aanzienlijk betere bejegening dan wat ze nu krijgen; de rode loper moet voor hen uitgaan. Laat het beleid dan ook eerst en vooral uitgaan van deze ontroerende aansporing van Erasmus, die gedrenkt is in de taal der liefde. ‘Overweeg hoeveel we van onze kinderen houden, hoe veelzijdig en veeleisend een goede opvoeding is, maar ook hoe schitterend haar resultaat. Vergeet niet hoe vlot een kind alles opneemt en hoe soepel zijn geest is, hoe gemakkelijk het iets aanleert dat goed is en bij de menselijke natuur past, zeker als vriendelijke, deskundige mensen het spelenderwijs weten aan te brengen’.
- Meer hierover in www.pedeng.nl/verheffing
- Lees Vers Beton over de zomerscholen (november 2021) en de NRC over Humanitas (11 februari 2022)