Pedagogisch Engagement

Pedagogisch Engagement

 

Voor iedereen die zich inzet voor de jeugd...                                                                                                                                                                                                                                                                     

  • Home
  • Schrijfsels
    • Nieuws
    • Columns
    • Artikelen
    • Archief
  • Wie ben ik
    • Persoonlijk
    • CV
  • Contact
Je bent hier: Home / Archief voor democratisch tekort

Rotterdam burgergericht of Rotterdams burgergericht?

juni 3, 2021 By ypeakkerman 2 Reacties

Met het oog op een steviger wijk- en burgerdemocratie heeft de Rotterdamse Gemeenteraad op 17 juni 2021 het beleidsvoorstel Wijk aan Zet aangenomen. Het besluit houdt in dat er over de hele stad 39 wijkraden komen. En een nieuwe werkwijze die geïnspireerd is op de stadsvernieuwing in de 70er jaren, waarbij het huisvestingsbeleid een gezamenlijke aanpak was van bewoners, ambtenaren en experts. Dit model wordt dan verbreed naar andere beleidsterrreinen. Het is aan het volgende College dit besluit uit te voeren. Onderstaande voorstellen heb ik op donderdag 3 juni 2021 voorgelegd aan de Gemeenteraad. 

Maar eerder al, op 14 april heb ik ze voorgelegd aan het College. Daarop kwam op 11 juni een ambtelijke (!) reactie die zo slap was en zo tegengesteld aan het slagvaardige imago van de gemeente Rotterdam dat ik hem hier maar niet publiceer. Wel heb ik het stuk met dit commentaar aan de Gemeenteraad gestuurd, compleet met motie die men zo over had kunnen nemen. Vergeefs. Veel wijst erop dat de Gemeenteraad, die toch de baas is in Rotterdam, zich heeft laten sensibiliseren. En wel door de beleidsambtenaren. Want díe regeren de tweede stad van Nederland.

Windy City. 

 

Beste raadsleden, burgemeester en wethouders,

Het huidige stelsel van de wijkraden is indertijd gewoon gedropt in de wijken. Dat wij nu inspraak hebben in het nieuwe stelsel is winst en dat waardeer ik.

Echter, ik heb geen enkele fiducie in de slaagkans van dit plan. En dat zit ‘m vast op het Rotterdamse beleidsapparaat. Dat zijn alle ambtenaren die op centrale locaties in de stad resideren en die de beleidsvoorstellen maken. Ze hebben geen idee van de werkelijkheid in de wijken. Daardoor komen ze vaak met beleid dat rampzalig uitpakt.

Want neem het Timmerhuis, waar maatschappelijke ontwikkeling zit. Die maakte voor Hugo de Jonge een prachtige nota over het jeugdbeleid. En diezelfde organisatie lukt het om in drie aanbestedingsrondes welzijn alle jeugdwerk op Feijenoord op te doeken, en alle samenlevingsopbouw ongedaan te maken. Ze timmeren er op los, daar in het Timmerhuis, maar ze timmeren niet aan de weg.

Dan Stadsontwikkeling. Die kunnen vanaf het gebouw van Rem Koolhaas met het blote oog zien hoe de Tweebosbuurt wordt gesloopt. Wat doet dat deze ambtenaren? Het zullen ongetwijfeld aardige mensen zijn. Maar als collectief maken ze beleid dat funest uitpakt voor de Tweebossers. Ik denk dan aan de uitspraak van Hannah Arendt naar aanleiding van het proces tegen Adolf Eichman: het is de banaliteit van het kwaad.

Dames en heren,
Het gaat ‘m met de ‘wijkdemocratie nieuwe stijl’ niet worden als de cultuur en de attitude van het beleidsapparaat niet grondig verandert. Daarom bepleit ik een ‘sensibiliseringsoffensief’. In Den Haag is het zo dat de macht de tegenmacht sensibiliseert. Is het dan niet mooi als het in Rotterdam andersom is?

De volgende 6 voorstellen creëren samen de mentale voedingsbodem die nodig is om de nieuwe werkwijze wel te laten slagen. Bovendien zal de werkdruk van Raadsleden erdoor verlicht worden, waardoor ze beter in staat zijn om hun taken te vervullen.

Nummer 1. In het plan staat dat de Rotterdamse bestuurders van het volgende College wijken gaan adopteren. Dat is een hele goede zaak. Daarom stel ik voor dat het huidige College er zelf vast mee begint. Dat kan per direct en het is een voorbeeld voor de ambtenaren.

Nummer 2. De ambtelijke top houdt voortaan zijn wekelijkse werkoverleg niet meer op de Coolsingel maar in de wijken. Daar hebben we op Feijenoord één hele goede ervaring mee opgedaan, toen een vorige gemeentesecretaris hier met zijn directeuren zijn werkoverleg hield. Aansluitend was er nog een gesprekje met enkele bewoners en dat hebben beide partijen als een feest ervaren. Dus wat let hen er een wekelijkse routine van te maken? Zij krijgen daardoor meer idee van de ‘look and feel’ in de wijken.

Nummer 3. De beleidsambtenaren verplaatsen voor twee dagen in de week hun werkplek naar een wijk. Ze doen daar het werk wat ze normaal op kantoor ook doen maar dan in een setting waarin ze verkeren onder de bewoners, bijvoorbeeld in een Huis van de Wijk. Zo krijgen ze op een hele terloopse manier veel meer inzicht in, en empathie met wat er in de wijken en onder de bewoners leeft. Bovendien maakt dat hun beleidsvoorstellen trefzekerder. Ook met deze maatregel kan direct worden gestart.

Nummer 4. Elk beleidsvoorstel bevat een ‘burgerparagraaf’. Daarin wordt beschreven hoe de ambtenaren zich hebben vergewist van de gevolgen voor de burgers. Blijkt daaruit dat ze dat integer hebben gedaan dan geeft dat de Gemeenteraad vertrouwen. Die kan dan volstaan met de burgerparagraaf om daar een idee van te krijgen. Dan hoeven ze er zelf niet met stoffer en blik achteraan en kan het raadsdebat zich concentreren op de hoofdlijnen en op de punten die politieke keuzes vergen. Dat is natuurlijk grote winst voor de Rotterdamse democratie. Ook dit voorstel kan per direct worden overgenomen.

Nummer 5. Ik neem u even mee naar Amsterdam. Daar hanteert de gemeente voor zijn ambtenaren een ambtseed die in positieve zin afwijkt van de Rotterdamse. Die Amsterdamse tekst geeft namelijk goed aan dat de ambtenaar zijn weg moet vinden in een spanningsveld. Tussen de burger, het College, de Gemeenteraad en de publieke dienaren van de dagelijkse praktijk. Dat prikkelt om er over na te denken en het er met je collega’s over te hebben. Daarom stel ik voor dat deze tekst onder alle Rotterdamse ambtenaren verspreid wordt en de komende maanden onderwerp van gesprek is. Op basis daarvan kan de Raad besluiten dat Rotterdam deze ambtseed overneemt. Dat moet in deze Collegeperiode nog kunnen.

Nummer 6. Gaat over Zuid. Ja, Marco Pastors, daar kun je mee lachen. Die beweerde op TV doodleuk dat je bewoners niet hoeft te raadplegen; er komt immers toch uit dat de aanpak van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid de beste is . Prachtig, hoe hij zich hier als de Stem des Volks profileert. Nu was er bij de start van het NPRZ, 10 jaar geleden, de bijeenkomst “1000 op Zuid”. Dat was de eerste én laatste keer dat wij Zuiderlingen ons uit mochten spreken over het beleid voor onze wijken. Sindsdien is sprake van een ernstig democratisch tekort. Daarom stel ik voor dat deze bijeenkomst herhaald wordt. En dat we er dan ook direct een tweejaarlijks gebeuren van maken: de Biënnale op Zuid. Als het College nú de opdracht geeft tot het voorbereiden van zo’n bijeenkomst dan kan die dit jaar nog plaatsvinden.

Dames en heren,

Dit was mijn inbreng en dit zijn mijn voorstellen. Als het College deze overneemt laat het zien dat het haar ernst is met de beoogde cultuurverandering, en die niet voor zich uitschuift naar een volgend College. Dus, stel niet uit tot morgen wat je vandaag nog kunt doen. Geen woorden maar daden. En denk er altijd aan: you’ll never walk alone!

Dank u zeer voor uw aandacht.

Ype Akkerman
Rotterdam, 3 juni 2021

 

 

Bijlage
Ambtseed gemeente Amsterdam
Ik beloof als ambtenaar plechtig het volgende:
Ik zal de gerechtigheid dienen.
Ik zal trouw zijn aan de grondwet en de overige wetten van het rijk.
Ik zal mij inzetten voor de rechten en het welzijn van alle burgers van Amsterdam.
Ik zal onpartijdig handelen en de democratische beginselen en procedures respecteren.
Ik ben loyaal ten opzichte van de bestuursorganen van de stad en het door hen vastgestelde beleid.
Ik zal van de overheidsmacht die mij is toevertrouwd geen misbruik maken.
Ik zal zorgvuldig omgaan met informatie.
Ik zal de geloofwaardigheid van het ambt niet schaden.
Ik zal het vertrouwen, dat de burger in mij mag stellen niet beschamen.
Ik zal mij een zelfstandig oordeel vormen over de morele juistheid van mijn handelen.

Categorie: archief, Nieuws, Pedagogisch Engagement Tags: aanbestedingsrondes, Ambtseed, Amsterdam, beleidsapparaat, democratie, democratisch tekort, Jeugdnota, NPRZ, Pastors, Rotterdam, Timmerhuis, Tweebos, wijkraad, wijkraden, Zuiderlingen

Aanhoudende Zorg

mei 3, 2021 By ypeakkerman Reageer

Ouders horen niet voor de klas maar in het bestuur

Er is geen enkele reden om de grondwettelijk geregelde vrijheid van onderwijs ter discussie te stellen. Wel zijn er alle reden om dat te doen met een ander onderdeel van artikel 23, nl. de ‘aanhoudende zorg van de Regering’. Want in die zorg heeft de regering wel erg opzichtig gefaald de afgelopen vier decennia. Dit is in 2016 al vastgesteld door de Commissie Dijsselbloem en sindsdien is het alleen maar erger geworden: een aantal grote financiële schandalen, afbrokkeling van de kwaliteit van het onderwijs, een afrekencultuur met prestatie-indicatoren, een hoge werkdruk, veel burn-out en een groeiend lerarentekort. Het is dus zeer de vraag of het onderwijs bij de overheid en de huidige schoolbesturen nog in goede handen is en of het niet veel beter is dat burgers het bestuur over de scholen hernemen. Dit artikel biedt een analyse en bevat enkele voorstellen die er op gericht zijn dat burgers, al dan niet met schoolgaande kinderen, verantwoordelijk zijn voor het bestuur van de school. 

 

1. Achterhoedegevecht

Het kabinet van de liberaal Cort van der Linden heeft de vrijheid van onderwijs slim geregeld. Het geven van onderwijs is vrij, behoudens toezicht. Anders gezegd, “je mag de kinderen bijbrengen wat je wilt, maar je mag het niet stiekem doen”. Het huidige maatschappelijk debat over de uitwassen van de onderwijsvrijheid laat zien dat dit arrangement wellicht niet feilloos is, maar wel heel aardig werkt. Want dit debat kan op zich al een corrigerende werking hebben, of aanleiding zijn tot nadere regelgeving. Dit illustreert de waarde van dit grondwettelijk vastgestelde arrangement. De discussie over de regeling van de vrijheid van onderwijs als zodanig is dan ook een achterhoedegevecht.

2. Hoezo aanhoudende zorg?

Het echte probleem van art. 23 zit ‘m in feit dat de Regering zijn hand volstrekt heeft overspeeld met zijn verantwoordelijkheid voor de aanhoudende zorg. Hij heeft die verantwoordelijkheid zelfs misbruikt door te stimuleren dat grote instellingen en schoolbesturen ontstaan, door scholen steeds meer als concurrerende bedrijven te zien en door ‘afstandelijk bestuur’ in de hand te werken. Aldus heeft de Regering bevorderd dat onderwijsbeleid een exclusieve aangelegenheid is van een kongsi van grote schoolbesturen, sectororganisaties, adviescolleges, agentschappen en organisatiebureaus die aan leraren voorschrijven wat ze moeten doen, maar hen in feite hun vak en hun beroepstrots afpakken. Er is een afrekencultuur gecreëerd waardoor de burn-out onder leraren groot en het onderwijs een onaantrekkelijke werkgever geworden is. Zie daarvoor een essay van Waslander en Hooge[1]. Zelfs de vakbonden hebben zich daarin mee laten zuigen, maar daar komen ze op terug dankzij de wilde acties van een Gideonsbende van moedige leraren.

3. De burger betaalt het gelag

Opvallend is dat in het bovengenoemd essay ouders helemaal niet voorkomen, laat staan burgers die om andere redenen dan ouderschap belang hebben bij goed onderwijs. Dus ook in de onderwijssociologie en de bestuurskunde is de burger kennelijk compleet buiten beeld geraakt, wat vanuit wetenschappelijk oogpunt laakbaar is. Echter, bij de totstandkoming van artikel 23 in 1917 was de bestuurlijke verantwoordelijkheid van burgers, al dan niet met schoolgaande kinderen, een gegeven; het aantal bijzondere scholen was veel groter dan het aantal openbare. Schoolbestuur zat ook veel dichter op de dagelijkse praktijk zodat sprake was van een grotere praktijksensitiviteit. Op de openbare scholen was de sturing ook veel nabijer: de gemeenten waren kleiner en de gemeenteraden hadden daardoor een grotere rechtstreekse betrokkenheid. Naar schatting waren in de 70er jaren van de vorige eeuw zeker 50.000 burgers bestuurlijk verantwoordelijk in zo’n 5000 stichtingen, verenigingen, en andere rechtspersonen zoals congregaties[2]. Het openbaar onderwijs viel onder ca. 850 gemeenten[3]. Die betrokkenheid is door de bestuurlijke schaalvergrotingen en gemeentelijke herindelingen tot ca. 10% gereduceerd, zowel kwantitatief als kwalitatief. Want de huidige besturen opereren afstandelijk en de Raden van Toezicht worden doorgaans bevolkt door klonen van zulke bestuurders. Het openbaar onderwijs is ondergebracht bij stichtingen waarop de gemeenteraad hooguit nog een indirecte invloed heeft (vgl. BOOR in Rotterdam). Daarmee is het openbaar onderwijs qua rechtsvorm bijzonder geworden. Nu zijn de Raden van Toezicht er mijns inziens voor om de samenleving om de scholen heen (waaronder vooral de ouders) het vertrouwen te geven dat de schoolbesturen met de publieke middelen de goede dingen doen. Die samenleving heeft echter geen enkel instrument om dat te kunnen controleren en zo nodig in te grijpen. Een beursgenoteerd bedrijf is dan nog democratischer; die heeft tenminste nog een jaarlijks aandeelhoudersvergadering. 

De ontwikkelingen in de governance van het onderwijs in de afgelopen decennia hebben geleid tot een ernstig democratisch tekort, maar ook tot uitholling van het vak van de leraar. Daar ligt volgens mij een oorzakelijk verband, in die zin dat de afgenomen bestuurlijke verantwoordelijkheid van burgers bij het onderwijs geleid heeft tot slechter beleid op het terrein van personeel, financiën en inhoud, zowel pedagogisch als onderwijskundig. Hebben burgers, in het bijzonder ouders, gevraagd om zo’n contraproductieve governance? Ze betalen echter wel het gelag, letterlijk en figuurlijk. Hoezo ‘Goed Bestuur’? 

4. Spanningen tussen ouders en leraren

Veel ouders en andere belanghebbende burgers is dus hun bestuurlijke verantwoordelijkheid afgenomen. Ouders is bovendien aangepraat dat ze zich kunnen gedragen als consumenten in plaats van burgers die een publieke voorziening moeten dragen. Geen wonder dat veel leraren zoveel problemen hebben met ouders die voor een dubbeltje op de eerste rang willen zitten. Ouderbetrokkenheid anno 2021 komt erop neer dat machteloze leraren en machteloze ouders het maar met elkaar moeten zien te rooien. Maar in feite heeft de governance in het onderwijs de ouders en de leraren tegen elkaar uitgespeeld. Het doet denken aan de tabakslobby toen die terrein verloor aan de CAN, de Club van Actieve Niet-Rokers. “Samen lossen we het wel op” werd hun slogan en die ligt ook ten grondslag aan de heersende opvattingen over  ouderbetrokkenheid.

5. Wat nu? Vijf voorstellen

Sommige dingen kunnen snel geregeld en voor andere geldt dat je niet over één nacht ijs moet gaan. Dit is een complexe aangelegenheid en wat ontstaan is kun je niet zomaar ten goede doen keren. Daarom is bezinning vooraf cruciaal. Dan is het ook ‘Dijsselbloem-proof’. Derhalve deze vijf voorstellen.

  1. Ouders krijgen een plek in de Onderwijsraad, net zoals dat enige jaren terug met leraren is gebeurd. Dat is een no-regret optie die snel kan worden geregeld.
  2. Ouders treden toe tot de Raden van Toezicht van de schoolbesturen en vormen daarin ook een gekwalificeerde meerderheid. Ook dat kan per direct want die Raden werken met coöptatie.
  3. Een onderzoek met als hypothese: “De crisis in het onderwijs, gekenmerkt door prestatiedruk, burn-out, een gapend lerarentekort, afnemende kwaliteit en toenemende achterstanden is een rechtstreeks gevolg van het feit dat burgers niet meer het bestuur vormen van de school”. Dit onderzoek gaat op ‘Popperiaanse’ wijze op zoek naar verificatie en falsificatie van deze stelling en ware aan te besteden via de tweede geldstroom van het Nationaal Regieorgaan Onderwijs (NRO).
  4. Een scenario-studie waarin de volgende vraag centraal staat: “Wat zou er gebeuren als alle bijzondere schoolbesturen verenigingen worden en al het openbaar onderwijs weer rechtstreeks onder de gemeente valt”? Je zou dit bij de Argumentenfabriek neer kunnen leggen of bij de NSOB.
  5. Experimenten met het ‘schoolcuratorium’. Dit houdt in dat bij een school van een groot schoolbestuur de ouderraad wordt vervangen door een orgaan dat gemandateerd bevoegd gezag is. In dat curatorium zitten ouders maar ook andere betrokken burgers kunnen deelnemen. Binnen afgesproken financiële kaders met het grote schoolbestuur vormt dit curatorium het bevoegd gezag over de school, en is dus verantwoordelijk voor het personele, het financiële en het inhoudelijke beleid. Dit proberen we uit in 12 experimenten in den lande. Zo doende blijven we binnen de aanbeveling van de Commissie Dijsselbloem dat je eerst op kleine schaal bepaalde ideeën uitprobeert en die pas bij gebleken succes breder implementeert.  

[1] https://www.nro.nl/wp-content/uploads/2014/10/Zicht-op-Sturingsdynamiek_405-14-401-integratierapport-Waslander-Hooge-Theisens.pdf

[2] Een schatting op basis van Van Kemenade et al: Onderwijs,: Bestel en Beleid. Groningen, 1981

[3] https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2018/52/sterkste-daling-aantal-gemeenten-sinds-2001

Categorie: archief, Artikelen, Pedagogisch Engagement Tags: aanhoudende zorg, artikel 23, burgers, democratisch tekort, goed bestuur, governance, ouders, vrijheid van onderwijs

Contact?

Bel of mail mij, dan trakteer ik op een goede kop koffie.

06 55 10 76 37 
Ype@pedeng.nl

 Goed kop koffie

Gerelateerde artikelen

  • Spelen met vuur
  • Afbraakbeleid
  • Rotterdomse aanpak

Archief

  • januari 2023 (2)
  • december 2022 (1)
  • september 2022 (1)
  • april 2022 (1)
  • maart 2022 (3)
  • februari 2022 (3)
  • oktober 2021 (3)
  • september 2021 (4)
  • augustus 2021 (3)
  • juli 2021 (1)
  • juni 2021 (4)
  • mei 2021 (4)
  • april 2021 (1)
  • juli 2019 (2)
  • november 2017 (1)
  • oktober 2017 (1)
  • september 2017 (2)
  • augustus 2017 (5)
  • oktober 2016 (1)
  • maart 2016 (1)
  • februari 2016 (2)
  • januari 2016 (1)
  • november 2015 (1)
  • oktober 2015 (2)
  • september 2015 (3)
  • augustus 2015 (1)
  • juli 2015 (2)
  • september 2014 (1)
  • juli 2014 (2)
  • juni 2014 (6)
  • We gebruiken cookies op deze website
  • akkoord
  • niet akkoord

Neem contact op

Ype@pedeng.nl
06 55 10 76 37

 of gebruik het contactformulier

Open Google Maps Widget settings to configure the Google Maps API key. The map can't work without it. This is a Google's rule that all sites must follow.

Ype Akkerman

Wie ben ik

Met Pedagogisch Engagement wil ik bevorderen dat mensen die zich inzetten voor kinderen en jongeren meer waardering krijgen voor die inzet, meer gezamenlijk optrekken en als collectief een sterk pedagogisch vakmanschap aan de dag leggen. Kinderen … Lees verder

Copyright Femke Akkerman